Marian en Max zijn even weg

Laatste kilometers

Onze gastvrouw in Valencia spreekt zeer goed Engels, dus toen ze ons op zondagochtend in een stortvloed van woorden een lijst van wel 30 dingen meegaf die we moesten bezoeken en zien (ter plekke opgeschreven en gemarkeerd op de kaart) was ze heel duidelijk: dit was een opdracht voor de komende dagen. Nu zijn we daar niet zo goed in, dus een deel hebben we bewaard voor een volgende keer, maar tot nu toe blijkt de lijst ons wel langs een aantal hoogtepunten te leiden.

Op maandag begonnen we met de Mercat Central, de grootste markthal. Altijd weer leuk om tussen de diverse etenswaren te lopen en te bedenken wat je allemaal zou kopen als je zelf zou koken. Niet gewacht tot er een stoel vrijkwam bij Bar Central, waar midden op de markt de chef van een twee-sterrenrestaurant lekkere hapjes bereidt. Of laat bereiden door z’n personeel, natuurlijk. Helaas hadden we op dat moment niet zo’n trek. Vervolgens naar het Ajuntament, het gemeentehuis, waar we -na door een detectiepoortje te zijn gegaan- de centrale hal konden bezichtigen (met daarin de twee enorme poppen die zaterdagavond aan het hoofd van de stoet gingen), de balzaal met enorme kroonluchters en prachtig beschilderde plafonds en de raadszaal – een opstelling in een halve cirkel rond een podium, met achteraan, een verdieping hoger, de publieke tribunes. In loges, van waaruit je op veilige hoogte in een soort arena keek en met een ereloge, midden achter, voor de pers. Zij het dat daar de wat minder comfortabele stoelen stonden. Ook hier weer wat fraaie versieringen, al zag het geheel er wel wat versleten uit. Of beter gezegd: intensief gebruikt. Overigens, in het halve uurtje dat wij er waren werden er minstens drie schoolklassen doorheen geleid die kennelijk les kregen in democratisch bestuur – zonder dat ze daar veel belangstelling voor leken te hebben. Ten slotte nog een bezoekje aan het balkon, vanwaar we een prima uitzicht over het Plaça de l'Ajuntament hadden, het grote plein met enorme gebouwen eromheen en in het midden nu een ijsbaan. Nou ja, zo leek het – we zagen niet echt iemand schaatsen dus misschien was het wel een dansvloer.
Aan de overkant van het plein de Correos, het centrale postkantoor. Niet alleen van buiten een mooi gebouw, maar vooral binnen nogal indrukwekkend: een grote, halfronde hal met een enorme hoeveelheid loketten. En dat allemaal in gebruik, zij het dat we niet de indruk kregen voor het afgeven van brieven of het opgeven van telegrammen. Hoe dan ook: veel mensen, en niet alleen om te kijken, zo te zien. Druk was het ook in het Estacion del Nord, het nabijgelegen (kop)station waar de lijnen naar het noorden beginnen. Hier wel een beeld wat je ook in Nederland ziet: in allerlei ruimten die vroeger ongetwijfeld een andere functie hadden, zitten nu winkels en cafetaria’s. Slechts in één ruimte zijn de oorspronkelijke tegeltableaus bewaard gebleven. Ook hier veel politie op de been, trouwens, maar dan niet de gemeentepolitie maar een duidelijk andersoortige – met het type machinegeweren waarmee bij ons de marechaussee loopt die Schiphol en het gebouw van de Tweede Kamer beveiligt.
Vervolgens door een drukke avenue en daarna een winkelstraat naar de Mercat Colòn, een gerestaureerde en tot foodhall omgebouwde markthal. Volgens onze gastvrouw zouden we hier kunnen kiezen uit vele soorten paella, maar dat viel nogal tegen: niet alle restaurants waren geopend en de cafés boden niet zoveel aantrekkelijks. Dus maar op eigen gelegenheid op zoek naar iets smakelijks. Dat vonden we na een half uurtje in het restaurant van een hotel, waar we als voorgerecht bonbons van gevogeltelever aten, daarna een typisch Valenciaanse paella-achtige schotel maar dan met noedels (de overeenkomst met oosters eten is toch wel groot) en ten slotte een prima dessert. Zo kom je je middag wel door – en eigenlijk ook de avond, want wat er toen nog aan trek restte konden we afdoende stillen met de pasteitjes die we ’s ochtends op de markt hadden gekocht “voor het geval dat”. Waarbij we trouwens ook -weer- constateerden dat dit appartement in Valencia wel heel mooi ligt, zo midden in het centrum, maar niet echt huiselijk is: de woonkamer van ruim 10 bij 10 meter (en ook nog eens ruim drie meter hoog) is daarvoor gewoon te groot, en de inrichting met twee vierzitsbanken en een grote ronde eettafel toch wat te karig.

Dinsdag museumdag. Althans, het Museu des Belles Arts, dat met de omvang van zijn collectie van schilder- en beeldhouwkunst kennelijk het derde in Spanje is. Vooral veel religieuze kunst: altaarstukken, piéta’s etc., uit de vroege middeleeuwen tot de 18e of 19e eeuw. En uit de latere periode natuurlijk ook burgerlijke kunst: portretten, landschappen en stillevens. Een paar echt mooie stukken, maar eigenlijk was wat het museum echt de moeite van een bezoek waard maakte, het feit dat er tussen al deze oude kunst hier en daar ook een goedgekozen maar natuurlijk nogal contrasterend modern / eigentijds werk hing of stond.
Het museumrestaurant bood een goed menu (met dit keer echte paella) dus naar een lunchgelegenheid hoefden we niet te zoeken. De middag daarna brachten we deels door in El Corte Inglés, maar daar waren we toch snel uitgekeken, deels met het bekijken van een paar gebouwen die we onderweg tegenkwamen en die deels ook op het lijstje van onze gastvrouw stonden. Nadat we onze voeten een paar uur rust hadden gegund in ons appartement, om acht uur nog even naar buiten om wat te eten. Op goed geluk een restaurant binnengestapt – en dat viel bepaald niet tegen. Nou ja, wel dat een deel van de gevel open stond en het dus binnen niet veel warmer was dan buiten, maar de gestoofde zeebaars -met mosselen, garnalen en gamba’s- was perfect.

De laatste dag alweer. Inpakken en afscheid nemen van onze gastvrouw. Voorlopig, want aan het einde van de middag zouden we nog terugkomen om onze bagage op te halen. Daarna weer de stad in. Eerst langs de markt om nog wat lekkere pasteitjes te kopen voor tijdens de terugvlucht. Vervolgens een tocht langs diverse kerken die de moeite van het bekijken waard zouden zijn: een gewone parochiekerk, de kathedraal, de basiliek (waar net een mis werd opgedragen) en de kerk van St. Nicolaas, een gotisch gebouw met barokke fresco’s op het plafond die volgens diverse bronnen de vergelijking met die in de Sixtijnse kapel kunnen doorstaan. Nu hebben we die nooit gezien, dus dat geloven we dan maar. Mooi waren ze in elk geval, en de audiotour hielp wel bij het enigszins begrijpen van alles wat we zagen. Onderweg kwamen we ook nog langs een gebouw waar de “generalitat”, het bestuur van de autonome regio Valencia -dat teruggaat tot de 15e eeuw- vergadert. Daar naarbinnen stappen bleek een goede keus, want er waren een paar bijzonder mooie zalen te bezichtigen, met kunstige geometrische patronen in het houtwerk, sommige met goud ingelegd, en schilderijen van mannen die eeuwen geleden kennelijk deel hadden uitgemaakt van het bestuur – perfect in volgorde van belangrijkheid, maar nu allemaal even dood.
Eigenlijk hadden we bedacht dat we nog een bezoek gingen brengen aan het museum voor moderne kunst, maar toen we daar aankwamen hadden we eigenlijk zin om eerst wat te eten, en nadat we dat gedaan hadden -in de tuin van Convent Carmen, met diverse keukens met zeer gevarieerd aanbod- leek het ons aangenamer om de rest van de middag nog even van de zon te genieten. De botanische tuin bleek net wat te ver we (gelukkig geen wolven hier) maar de tuin in de rivierbedding bood een acceptabel alternatief: lekker in het zonnetje bij 18 graden. Dat was natuurlijk ook de reden om hier naartoe te gaan in deze tijd van het jaar: dagtemperaturen van toch zeker 10 graden hoger dan in Nederlanden nauwelijks regen. Dat het dan ’s nachts net zo koud was en de verwarming in de meeste appartementen niet echt genoeg om het comfortabel te maken, namen we dan maar voor lief.

Rond vier uur was het tijd om terug te lopen naar het appartement, waar we op de Placa de la Reina bij de wereldberoemde chocolateria Valor (geleerd op de cursus Spaans) nog een “degustation de chocolates” genuttigd hebben – vier verschillende bereidingen van drinkbare of althans lepelbare chocolade van verschillende sterkte en herkomst. Met churros – een traktatie.
Koffers opgehaald (en de complimenten van onze gastvrouw in ontvangst genomen voor het feit dat we geroken hadden dat er iets heftig mis was met de riolering, wat niet zo moeilijk was want in een van de slaapkamers was het alleen te harden met het raam open - maar dat wordt nu dus verholpen) en met de taxi naar het vliegveld. Waar we, wachtend op onze vlucht naar Rotterdam, dit blog weer afsluiten.

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!