Marian en Max zijn even weg

Een weekendje York, en door naar de Stirling Range

York is een oude, maar geen grote stad. Op het eerste gezicht is het zelfs nauwelijks meer dan één straat, maar wel een opmerkelijke. Het ene moment waan je je in een stadje zoals je ze uit Amerikaanse Westerns kent: een brede straat met aan weerszijden gebouwen van twee, hooguit drie verdiepingen met meestal een veranda ervoor. En dan kijk je wat beter naar sommige gebouwen (Post Office, Old Fire Station), of je stapt binnen in het Imperial Hotel, en je waant je in zo'n dorpje in Engeland waar de laatste honderd jaar niets is gebeurd (trouwens, volgens een plakkaat op een van de gebouwen in de hoofdstraat gebeurde daar in 1872 daadwerkelijk niets).

Nou ja, er is meer dan één straat. Er zijn nog wat woonwijken, en in een daarvan ligt de B&B waar we verbleven. Of eigenlijk is het waarschijnlijk omgekeerd, en ligt die woonwijk in de landerijen van onze B&B, want Faversham House is een echt oud landhuis. En ook hier waan je je al snel in Engeland - de indeling, de inrichting, de decoratie. Wij houden daar wel van. En dat er dan, in plaats van statige eiken en beuken niet minder statige palmen op het gazon staan - dat is geen nadeel. Jammer is hooguit dat de kaketoos en de parkieten minder welluidend zijn dan de leeuweriken en merels die je in Engeland zou horen.
Het verblijf hier was bijzonder aangenaam, en dat niet alleen omdat je er met kinderen niet gewenst bent ;-). De eigenaren, die ook in het huis wonen, waren afwezig, maar er werd toch goed voor ons gezorgd door Ross, een aardige jonge Ier (haar en blos conform zijn naam) die enthousiast reageerde toen we vertelden dat we uit Nederland kwamen: hij had in Antwerpen gewerkt, maar was ook vaak in Amsterdam en Maastricht geweest. Hij zorgde ervoor dat er 's ochtends een prima ontbijtbuffet stond en dat 's avonds, als we na het diner weer aankwamen, in de grote salon van het huis (niet toegankelijk voor wie een van de goedkopere courtyard-kamers had geboekt - klasseverschil moet hier zijn) het vuur brandde en een muziekje opstond (en nog elke avond wat anders ook - wat hem bij het ontbijt helaas niet lukte).
Op onze eerste avond (vrijdag 2 oktober) troffen we daar twee leuke Australiërs die ons vertelden dat ze hier twee nachten verbleven omdat ze 10 jaar geleden hier, in Faversham House, getrouwd waren (er hingen heel wat foto's van diverse bruiloften die hier gehouden waren -niet die van hen, overigens- die je de indruk gaven dat zoiets de echtelieden of hun ouders wel erg veel moet kosten). Ze waren allebei onderwijzer in het basisonderwijs (daarvoor is wel een vierjarige universitaire opleiding nodig), en hadden o.a. een tijdje gewerkt in Tom Price, de plaats vlak bij het Karijini Eco Retreat waar wij ook geweest waren. Ze bevestigden onze waarneming dat het daar best prettig wonen was -zij het erg warm in de zomer- maar vertelden ook dat het zelfmoordpercentage er het hoogst was van heel Australie. Hoe dat kwam, wisten ze dan weer niet, maar waar ze wel op wezen was dat een deel van degenen die naar deze plaatsen kwamen om in de mijnen te werken niet goed kon omgaan met het feit dat je er veel meer verdiende dan in de meeste andere banen. Als je dan al je geld uitgeeft -en die mogelijkheden waren er ruimschoots- dan merk je na verloop van tijd dat je nauwelijks een leven hebt gehad, maar ook niets hebt opgebouwd.

York is duideijk gericht op toerisme, met een aantal musea (auto's, het oude gerechtsgebouw), heel wat horeca, en jazz-festival en een nagebouwde hangbrug over de rivier de Avon (ja, die eerste pioniers namen wel de plaatsnamen mee uit Engeland, maar letten vervolgens niet op een kilometertje). En toch lijkt het geen bloeiperiode door te maken. Er staan veel huizen te koop, maar ook heel wat van de horeca - waaronder het Imperial Hotel, met daarin het bij verre beste restaurant. We hebben er twee maal gegeten -op zaterdag met Hilde en Peter en hun dochtertjes- en het was beide keren prima. Je zou hooguit kunnen zeggen dat de kok het begrip 'slow food' wel erg letterlijk nam (een geconfijte eendebout kost inderdaad veel tijd - maar die maak je dan ook niet klaar op het moment dat hij besteld wordt, en de -uit Parijs afkomstige- jongen die bediende vertelde dan ook dat deze bouten inderdaad in gegaarde toestand uit Frankrijk werden geïmporteerd). 'Slow food' was het trouwens ook op zondag in het Castle Hotel -zo ongeveer het enige wat open was- waar het een uur duurde voor onze pizza's klaar waren. Ja, er waren wat bestellingen voor ons, en de jongen die ze bakte moest ze ook kneden en beleggen etc. Maar uiteindelijk wel het wachten waard - vers deeg en vers beleg.
Met Hilde en Peter verder geluncht bij de Yorke Coffee Carriage (vanwege de speeltoestellen voor de meisjes, maar verder beslist af te raden), een bezoekje gebracht aan de enige wijnbouwer die York rijk is (te dure en niet echt lekkere wijn, die niet de kans krijgt om te rijpen omdat bijna de hele oogst al na een half jaar gebotteld wordt en in de verkoop gaat) en de olijfolieperserij, die behalve goede olie ook andere lekkere producten verkoopt (veel import uit Frankrijk - maar helaas voor Peter nu net weer geen confit de canard). Op zondagmiddag verzorgde Peter weer een prima barbecue - in het park bij de Avon, waar, net als in het natuurpark waar we 14 dagen daarvoor met hen waren, de barbecues en picknicktafels achter elkaar bezet waren. Verder nog wat gewandeld -het Tourist Office heeft wat beschrijvingen van wandelingen en autotochten- maar dat stelde niet veel voor: twee kilometer een heuvel op en dan langs hetzelfde pad terug. Wel mooi: er staat verschrikkelijk veel in bloei. Ook een bezoekje gebracht aan de Old Mill waarin nu wat aardige winkels en een galerie zitten, de Town Hall -daadwerkelijk een hal die kan dienen als theater, feestzaal, overdekte markt en waarin waarschijnlijk de hele bevolking wel past- en het Court Museum, de voormalige rechtbank, politiebureau en gevangenis in één. Onvoorstelbaar dat de cellen (hooguit 1,5 bij 2 meter) nog tot in de jaren 60 van de vorige eeuw in gebruik waren. Interessant om een schets te krijgen van het Australische rechtssysteem, dat uiteraard lijkt op het Engelse maar toch net weer anders is

Op maandagochtend hebben we York weer verlaten, en zijn we begonnen aan de laatste tour van onze vakantie, een rondreis door het zuiden. Eerste bestemming: het nationale park Stirling Range, een kilometer of 100 ten noorden van Albany. Weer zo'n typisch bergrug, die plotseling oprijst uit overigens vlak tot licht glooiend land. We zaten hier in een 'chalet' in het Sterling Range Retreat, een camping met ook een aantal cabins, lemen hutten en vier van deze bungalows. Niet slecht, dit onderkomen: een ruime woonkamer / keuken, badkamer en twee slaapkamers. Gelukkig een airconditioning die ook kan verwarmen, want het was hier beduidend kouder dan we tot nu toe hebben meegemaakt (14 graden toen we om vier uur aankwamen, dus dat beloofde wat voor de nacht - naar het vriespunt?). En ook gelukkig: we hadden ruim voor we hier aankwamen uitgebreid inkopen gedaan, want hier was in de wijde omtrek niets te krijgen en het café aan de overkant van de weg (staat overigens te koop, net als dit retreat) was net deze drie dagen dicht ....

De nacht was inderdaad koud (heldere hemel) maar met dekbed, extra deken en elektrische deken (tot ons beider genoegen voor elke bedhelft een afzonderlijke) goed door te komen. De heldere hemel was bij het opstaan helaas weer geheel betrokken, zodat van ons plan om Bluff Knoll (een van de hoogste bergen hier) te beklimmen niets kwam - de bergen zaten geheel in de wolken. In plaats daarvan een korte wandeling door het natuurreservaat, waar een enorme diversiteit aan bloemen te bewonderen was. In de middag nog even gekeken of het dichtstbijzijnde restaurant (11 km, naast een kopie van een Nederlandse windmolen - een opmerkelijk gezicht in dit landschap) open was - ja, maar de zes tafels waren al geboekt, en behalve op dinsdag waren ze alleen op zaterdag open. Vervolgens toch maar 20 km doorgereden om ervoor te zorgen dat we hier echt drie dagen geheel voor onszelf zouden kunnen zorgen (gelukkig functioneert de bar in Borden (bar, winkel, vijftig huizen, school, enorme graansilo) ook als bottleshop, zodat we nog een flesje wijn konden scoren).

Naarmate de dag vorderde nam de bewolking en de buiïgheid alleen maar toe, zodat we 's avonds, toen we op het onverlichte terrein moeizaam onze weg terug zochten nadat we naar een presentatie waren geweest over de vogels die hier voorkomen, nog aardig nat werden. Het echte kampeergevoel kwam spontaan over ons. Die vogelpresentatie was trouwens interessant. Niet zozeer vanwege wat we leerden over de vogels (bijzonder weinig) maar vanwege de wijze waarop hij gegeven werd door een vrijwiliger van de Australian Bird Society. Deze man, in het dagelijks leven docent techniek aan een school in Perth, zat een week hier om deze presentaties en twee vogeltochten per dag te verzorgen - maar het leek haast of het allemaal nieuw voor hem was. De presentatie bestond uit een stuk of veertig foto's van uiteenlopende vogels (waaronder eenden, roofvogels, insecten-, aas- en nectareters) en die werden in willekeurige volgorde getoond, waarbij zijn toelichting beperkt bleef tot het noemen van de naam en een paar kenmerken, het laten horen van het geluid dat ze maakten en het melden of ze al dan niet bedreigd werden en waardoor dan wel. Een van de (tien) aanwezigen merkte na afloop op dat het nadeel van een nieuw land was dat je ook allemaal nieuwe vogels moest leren (iets waar wij minder moeite mee hebben omdat ze toch nauwelijks op de menukaart staan) maar we vragen ons af of dit erg behulpzaam was.

Na een minder koude nacht een minder bewolkte dag, maar wel nog steeds zoveel wolken om de toppen dat de bergen geen optie waren. Daarom een tweede wandeling in het reservaat, waar we heel wat van de vogels uit de presentatie nu in het echt meenden te zien en te horen, en 's middags een tocht met de auto over de Stirling Range Drive, een gravel road van ruim 40 kilometer tussen de bergen door. Mooie uitzichten, die op heldere dagen fantastisch moeten zijn.

PS: we hebben een tijdje nauwelijks toegang tot Internet gehad (Ross van Faversham House wist de code van het draadloze netwerk niet en in het Sterling Range Retreat was de verbinding net snel genoeg voor wat e-mail) dus we lopen achter, vooral met foto's. Inmiddels is de spectaculaire serie 'Van Coral Bay naar Broome' compleet, meer volgt.

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!