Marian en Max zijn even weg

Hoe zat het nou eigenlijk precies?

Tijdens ons bezoek aan Dunvegan Castle zagen we een video, waarop de vorige Chief van de Clan MacLeod vertelde over de geschiedenis van zijn familie. Daarin zei hij iets wat ons sindsdien nogal heeft bezig gehouden, namelijk dat die geschiedenis wordt gekenmerkt door een aantal brute inbreuken van de centrale regering in het o zo mooie clansysteem.
Zo'n bewering roept bij ons vragen op, en die brengen ons al snel midden in de sociale geschiedenis - het soort geschiedenis dus dat wij op school niet of nauwelijks te horen kregen en waarover we sindsdien nog steeds niet genoeg hebben bijgeleerd. Vooral ook, omdat alles wat je erover kunt oppikken uit de makkelijk toegankelijke bronnen -de informatieboekjes, de video's en tv-documentaires, de tentoonstellingen, de plaquettes op historische plaatsen of tentoonstellingen die zijn gewijd aan het dagelijks leven in de plaats waar je toevallig bent en de vele internetsites- altijd een scheef beeld geeft.

Neem nu wat we lazen op drie plaquettes bij de vervallen katholieke kerk in Dunvegan. Waarschijnlijk gesticht door St. Columba, de monnik die op Iona de vlam van het Christendom brandende hield en het vervolgens via Scotland weer over Europa verspreidde (zeggen die plaquettes). Daarop valt o.a. te lezen dat deze plaats mogelijk gesticht is door de Vikingen, die de door eilandjes beschermde baai gebruikten als schuilplaats tegen weer en wind. Zij zouden zich hier op enig moment gevestigd hebben, en de oorspronkelijke bewoners beschermd hebben. OK, beschermd dus. Maar waartegen dan? Tegen andere Vikingen, denken wij dan -want dat leerden we op school, dat de Vikingen (of Noormannen) de rovende bendes waren- of vergelijkbare rondtrekkende groepen. Waarbij het verschil misschien was dat de beschermers alleen namen wat ze nodig hadden, terwijl degenen tegen wie ze beschermden alles genomen zouden hebben (of is dit nu weer een idee van onszelf, mede ingegeven door Amos Oz' beschrijving van een legertje kruisvaarders dat door Europa trekt op weg naar het Heilige Land en zich daarom gerechtvaardigd voelt te nemen wat het tegenkomt?).

Hoe dan ook, die Vikingen zouden de grondleggers zijn van de verschillende dynastieën op deze eilanden: de MacLeods, de MacDonalds enzovoorts: de Lords of the Isles. De Lords die abolute heersers waren over hun clan (in een van de boekjes over de MacLeods lazen we dat het lang de gewoonte was geweest de Chieftains slechts geknield te benaderen, en in het kasteel was er de kerker waar, volgens de bechrijving, de gevangenen letterlijk werden ingegooid om er nooit meer uitgelaten te worden - maar geen enkele uitleg over waarom iemand dat lot zou ondergaan), die zich tot in de zestiende of zeventiende eeuw verzetten tegen het gezag van de Schotse koning (het eerste centrale gezag dat hen uiteindelijk overwon) en die onderlinge geschillen uitvochten.
Ja, eh - daar heb je weer de vechtende beschermers. Maar hoe zou dat nu echt gegaan zijn? Misschien vochten ze inderdaad mee. Maar vast niet alleen. Was het niet zo dat degenen aan wie zij 'bescherming' boden, degenen waren die de legertjes vormden en die elkaar de hersens insloegen? En niet alleen als ze werden aangevallen, maar ook als het clanhoofd ruzie had met een ander clanhofd, of om 'politieke' redenen -macht- zijn clan 'uitbracht' om samen met anderen een verre vijand aan te vallen?
En toen het centrale gezag eenmaal gevestigd was, veranderde er in dat opzicht toen wel zo veel? Waarschijnlijk ljkt ons dat er iets minder onderling gevochten werd, maar ook dat de aan het centrale gezag onderworpen Lords nu gewoon de soldaten leverden voor de grotere legers, of streden met hun privé-legers meestreden. En ondertussen, dat zagen we dan weer in Dunvegan Castle, verbouwden en verfraaiden ze hun kastelen, trakteerden ze hun gasten op goed eten, wijn en doedelzakmuziek. Terwijl, dat kun je weer in andere musea zien, de landbouwers en vissers met moeite overleefden in een soort plaggenhutten.

In de geschiedenis van de MacLeods wordt ook uitgebreid stilgestaan bij het feit dat aan het eind van de 19e eeuw de toenmalige Chief het voorvaderlijk kasteel moest verlaten om een baantje als ambtenaar in Londen op zich te nemen. Nou ja, baantje - het zal toch niet zoiets geweest zijn als schrijver eerste klasse ..........
De reden voor deze stap was, zo begrijpen we, niet dat hijzelf, of zijn vader, het familiekapitaal er doorheen gejaagd had (hoewel de geschiedenis wel laat zien dat een aantal Chiefs delen van het bezit moesten verkopen om het hoofd boven water te houden - en dus 'boven hun stand' leefden) maar de langdurige aardappelziekte die ertoe leidde dat hij geen inkomsten van zijn het land bewerkende clanleden meer kreeg, maar zich verplicht voelde hen te onderhouden. Adel verplicht, inderdaad, en het is ongetwijfeld heel nobel, maar de nadruk die dit feit krijgt in de familiegeschiedschrijving geeft volgens ons aan dat het voor iemand die afkomstig was uit een familie die altijd had geleefd van de opbrengst van het werk van anderen een dramatische gebeurtenis geweest moet zijn om zelf te werken voor zijn geld.

En het blijft natuurlijk belangrijk om er wat dingen tegenover te bijven stellen.
Denk aan de clearances, het verdrijven (door de landeigenaren, onder het goedkeurend oog van de regering) van pachters van het land dat zij bewerkten, omdat het meer opbracht daar schapen op te houden. Mooi natuurlijk ook dat deze mensen dan van armoede wel naar de steden moesten, waar de opkomende industrie ze nodig had. En neem -we zaen het in een aflevering van Coast- wat er zo rond 1800 gebeurde. Door de oorlogen met Napoleon was Engeland afgesloten van de aanvoer van een belangrijk ingrediënt voor de glasindustrie, dat uit Spanje werd geïmporteerd. Maar niet getreurd: het kon ook gewonnen worden uit de as van verbrand zeewier. En dus werd er op Skye en andere Schotse eilanden een industrie opgezet om zeewier te verzamelen en te verbranden. Een zwaar en smerig karwei waar vissers en boeren niet direct voor te porren waren -ook al niet omdat de opbrengst natuurlijk niet bij hen terecht kwam, maar bij de grootgrondbezitters en de handelaren- en dus werd er wetgeving uitgevaardigd die hen verbood om hun geboortegrond te verlaten om elders (in de steden, in Amerika) als vrij man of vrouw werk te vinden. Gelegaliseerd lijfeigenschap, zou je haast zegen, en in elk geval een voorbeeld van het centraal bestuur in het voordeel van de clanhoofden.
Dat daar dan een jaar of 80 later (let wel - dus vlak voor de edelmoedigheid die eerder genoemde Chief van huis en haard verdreef, hetgeen die edelmoedigheid ook in een minder vrijwillig perspectief plaatst) weer tegenover stond dat het centraal gezag een wet uitvaardigde die pachters rechten gaf -niet om grond te bezitten, want dat zou aantasting van de eigendomsrechten van de grootgrondbezitters zijn, maar een vorm van huurbescherming- zal hen natuurlijk minder bevallen hebben. Maar dat gebeurde dan ook pas na een jarenlange en wijd verspreide opstand van pachters, die gepaard ging met een aantal heftige botsingen met de politie.

Als gezegd, het is een verzameling losse verhalen uit diverse bronnen en elk met een eigen invalshoek en -soms misschien wel onbewuste- vertekening, en je kunt niet eens zeggen dat ze samen het hele verhaal vertellen. Maar ze geven samen wel wat meer perspectief, en ze zetten je aan het denken. Over hoe het was, en hoe het is. Hier in de hooglanden, op andere plaatsen in de wereld, bij ons in Nederland. Wie verdient aan wiens werk, wie wordt door welke wetten beschermd, waar ligt de macht?

En dus blijven we na zo'n aantal bezoekjes aan plaatsen waar ons wat wordt uitgelegd altijd met vragen zitten, en soms in meer verwarring achter dan daarvoor.

Overigens - de foto's bij onze reis staan niet op deze site, maar hier.

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!