Stapels pannekoeken
Een van de genoegens van reizen in Angelsaksische landen is het ontbijten. Het cooked breakfast dan, want naar wat een continentaal ontbijt kan inhouden slaat men veelal een erg Franse slag: een croissantje met jam of honing, en -als je geluk hebt- muesli. Nee, we bedoelen hier natuurlijk het full breakfast bestaande uit eieren (scrambled, poached or fried) met bacon, sausage, baked beans, tomato, en toast - en misschien nog wat black pudding, muhrooms of hash browns. Of, en dat is meer een variant die vanuit de VS is overgenomen, een "stack of pancakes" - drie of vier centimeterdikke pannekoekjes van luchtig deeg met maple sirup en wild berries.
Als je hiermee bent opgegroeid, begrijp je natuurlijk direct wat er bedoeld wordt met de wereldberoemde Pancake rocks in Punakaiki. Voor ons was het toch een beetje een verrassing.
We kwamen in Punakaiki vanuit St Arnaud, het dorpje in de noordelijke alpen dat ons zo aan Oostenrijk deed denken. Dat gold ook het begin van de reis: grazige weiden, brede valleien en zo nu en dan een nauwe kloof en wat bos. Plus natuurlijk een daardoorheen stromende rivier, die steeds groter werd naarmate we verder afdaalden.
De State Highway waarop we reden was zoals gebruikelijk tweebaans (met zo nu en dan een smal stukje of een single lane brug, en de nodige haarspeldbochten). Gelukkig was er relatief weinig vrachtverkeer (vrachtchaufeurs houden hier overigens rekening met achteropkomend verkeer, en gebruiken de passing places en slow traffic bays) en konden we de onvermijdelijke campers en angstig op hun remmen rijdende sukkelaars meestal al snel passeren zonder tegenliggers de stuipen op het lijf te jagen. Een beetje teleurstellend was de ons als heel indrukwekkend voorgespiegelde passage "waar je onder de overhangende rotsen doorrijdt" - gewoon een stukje van 100 meter waar de weg in een rotswand was uitgehakt.
In een uurtje of tweede reden we zo vanuit de alpen naar de zee. Die bereikten we vlak bij Westport - een niet erg interessant stadje, maar wel een goede gelegenheid om te tanken en wat inkopen te doen (tussen locals die inmiddels zeer in kerststemming raakten, met mutsen op het hoofd en glitterjurkjes aan het lijf). Omdat de reis zo vlot ging, besloten we even te gaan kijken bij Cape Foulwind - een van de plaatsen waar Abel Tasman Nieuw Zeeland bezocht (de verhalen daarover laten we maar even voor wat ze zijn - houd het erop dat er wat misverstanden waren met de Maori, en dat dat ongelukkig afliep voor een aantal bemanningsleden vanTasman).
Cape Foulwind deed zijn naam slechts ten dele eer aan. Ja, het was er winderig. Maar het leek ons een aangename wind om te zeilen, en het was verder stralend weer. We hebben er dan ook een mooie wandeling gemaakt (niet tot aan de zeehondenkolonie - dat was ons wat te ver). Opmerkelijk was een overeenkomst met de Pietersberg bij Maastricht: ook hier een grote cementfabriek en een afgraving die je pas ziet als je er bijna invalt.
Van Westport naar Punakaiki was nog maar een uurtje, maar omdat we daar weer twee nachten zouden blijven, hebben we het bezoek aan de Pancake rocks nog even uitgesteld. De volgende ochtend echter hebben we ons echter volledig in het massatoerisme gestort, en deze oudste toeristische trekpleister bezocht. Wat ons direct opviel was de respectvolle manier waarop de infrastructuur was aangelegd: mooie paden om de stroom (van een paar duizend bezoekers per dag - het is geen Efteling) in goede banen te leiden, die naarmate je dichter bij de rocks zelf kwam, steeds beter in de rotsen zelf waren verwerkt, zodat je van een afstandje alleen de mensen zag en niet een soort litteken in het landschap.
Zo zou je de rotsen zelf misschien wel moeten beschrijven: pilaren van enkele tientallen meters hoog, bestaande uit centimetersdikke lagen van relatief harde steen, die zijn blijven staan nadat wind en zee de zachtere steen wegsleten. Mooi, hier en daar imposant - en tegelijkertijd niet zo opmerkelijk voor wie wel eens een karstlandschap heeft gezien. Maar, dat moet gezegd: bij vloed gaat de zee hier nogal te keer, en kun je meemaken dat water en lucht door gaten in de rotsen omhoog wordt geperst en fonteinen vormen: de blowholes. Toen wij er waren gebeurde dat niet, maar wij hadden wel het genoegen dat er een school dolfijnen vlak voor de kust langszwom. Je hoeft geen onderwijsverleden te hebben om daarvan te genieten.
Dicht bij de Blowholes is, net zo respectvol voor de natuur, ook een aantal wandelingen uitgezet door het regenwoud. Je loopt er tussen de boomhoge varens en torenhoge Noordelijke Rata, waarvan de stammen bij nader inzien gevormd blijken te zijn door de samengegroeide luchtwortels die de Rata neerliet nadat hij zich als epifiet in de top van een andere boom had genesteld, en die zich om de stam van de gastheer hadden geslingerd. Zo nu en dan hoor je een vogel, maar die laat zich niet zien (nou ja, we liepen er midden op de dag, dus dan hebben ze hun siesta). Opmerkelijk dat deze paden veel minder bezoekers trokken dan die naar de rotsen - we liepen er vrijwel alleen, behalve op het pad langs de rivier, dat hier en daar de mogelijkheid bood om even te voelen hoe koud het water was.
Wij hadden overigens het geluk dat het stralend weer was, iets wat naar het schijnt jaarlijks maar een dag of 100 voorkomt - op de andere dagen regent het heftig, bij elkaar enkele meters per jaar. Het zijn natuurlijk niet voor niets regenwouden.
Onze kamer in het (vlak naast de -gelukkig redelijk rustige- State highway gelegen) Punakaiki Resort was ruim en comfortabel, met een fraai uitzicht op de Tasmanzee en aan de andere kant op het bos (waar het complex trouwens mooi in was geintegreerd), en aan beide kanten een terrasje. Daar zitten was echter geen onverdeeld genoegen, want na verloop kreeg je onvermijdelijk bezoek van de sandflies: een paar millimeter lang maar met stevige kaken. Onze benen en armen zaten dan ook al snel onder de jeukende bulten.
Hadden zij aldus een feestmaal, wij aten ook niet slecht (maar ook niet uitzonderlijk goed) in het restaurant van het resort. Waarbij het zo langzamerhand wel een punt wordt dat de meeste restaurants een redelijk vergelijkbare kaart hebben, en de vis van de dag en de groente van het seizoen ook vaak hetzelfde zijn. Nou ja, er is natuurlijk nog de wijnkaart, en daarin is de keuze en de varieteit enorm.
Reacties
Reacties
Graag wil ik jullie een gezond en voorspoedig 2015 wensen.
Geniet van jullie fantastische reis. Jullie maken mooie reisverslagen.
Heel erg leuk!!!
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}