Geluksvogels
Als je tegen Portugezen zegt dat je in de tweede helft van oktober naar hun land bent gekomen om van wat nazomer te genieten, kijken de meesten je meewarig aan. Ze weten wel beter. Oktober is de maand van de herfststormen en langdurige regenbuien, en als de zon al schijnt, verdrijft hij nauwelijks nog de kou van de nachten.
Wij zijn dan ook duidelijk geluksvogels dat we vanmiddag lekker op het balkon van onze kamer in een villa in Luso konden zitten, bij een aangename 20 graden of meer, nadat we eerder al twee wolkeloze dagen hadden genoten in de tuin van een quinta in Nesperal en ook tijdens onze drie dagen in een bungalow in Sintra eigenlijk alleen maar gedurende een enkele nacht wat meer dan een paar druppels regen hadden. En dat temeer omdat we in Sintra en in de omgeving wel konden zien dat het de dagen ervoor echt noodweer was geweest: veel afgewaaide takken in de tuin, en in de heuvels meer naar de kust een echte ravage van omgewaaide bomen.
We vertrokken voor onze korte reis onbedoeld op de eerste dag van de herfstvakantie, en dus was het erg druk op Schiphol en zat het vliegtuig naar Lissabon geheel vol. Maar dat deel van de reis verliep soepel, en dat het ophalen van de huurauto ruim een uur vergde was eigenlijk ook geen punt: door het uur tijdsverschil was het nog vroeg in de middag toen we aankwamen, en de met vooruitziende blik aangeschafte combinatie van wandelstok en krukje deed zijn zegenrijke arbeid. Het vinden van de juiste weg door de buitenwijken van Lissabon was maar een paar momenten echt spannend, en dankzij de goede routebeschrijving bleek het vinden van ons eerste verblijf ook al geen punt. Een ruim 100 jaar oud huis in een buitenwijk van het nieuwere deel van Sintra, zelf eigenlijk weer een buitenwijk van Lissabon. We bleken te zijn ondergebracht in een kamer in het souterain, die ons bij binnentreden zodanig toewalmde met ondefinieerbare maar beslist onaangename geuren dat we om een andere vroegen. Het alternatief bleek zich op de zolder van een huisje in de (grote) tuin te bevinden, en kon ons al evenmin bekoren: ook al donker en bedompt. Gelukkig bleek er, zij het tegen geringe bijbetaling, ook een ruime en lichte kamer in een ander bijgebouwtje beschikbaar, zodat we onze drie dagen en nachten hier toch aangenaam konden doorbrengen - zij het dat we achteraf concludeerden dat de irritatie aan ogen en luchtwegen opmerkelijk snel verdween nadat we hier weer vertrokken waren.
Vlakbij onze B&B waren er twee restaurants waar we eenvoudige doch voedzame kost konden eten, waaronder een schotel waarin naast aardappelen groenten de meest uiteenlopende onderdelen van het varken terug te vinden waren, waaronder diverse soorten (bloed)worst, tenen en -maar dat konden we pas later, toen we ze bij de slager zagen liggen, met zekerheid determineren- oren. En dat alles, inclusief wijn, voor- en nagerecht en koffie, voor een prijs voor twee waarvoor je bij menig Nederlands restaurant net voor een persoon een hoofdgerecht zou kunnen krijgen. Verder in de directe omgeving de markt, een heuse winkelpromenade, het plaatselijke nuseum voor moderne / actuele kunst en een huis dat van zoveel en zulke grote antennes voorzien was dat het ons niet verbaasd zou hebben als James Bond zelf ook even was langsgekomen.
Interessanter dan dit "moderne" Sintra bleek het middeleeuwse, dat een paar kliometer verder lag. Een opgave om met de auto te bereiken (en meer nog: te verlaten), maar erg de moeite waard. We bezochten er, wegens nog steeds verminderde mobiliteit, maar een van de bezienswaardigheden: het paleis midden in het oude stadje. Een fors complex van gebouwen en gebuwtjes, kamers, zalen, gangen en trappen dat in de loop van eeuwen gebouwd is door de Portugese koningen, die vooral in de zomer het klimaat van Sintra prefereerden boven dat van Lissabon. Meest opmerkelijk zijn misschien wel de twee enorme schoorstenen die niet in de keuken staan, maar waar de keuken in staat. Conisch, enkele tientallen meters hoog en met een vloeroppervlak waarop je een partijtje zaalvoetbal zou kunnen spelen - met ruimte voor publiek. De vraag die ons nog steeds bezighoudt is: was het door deze bouw nu relatief koel in de keuken, of werkten de koks als het ware in een groot fornuis?
De diverse andere bezienswaardigheden in het oude Sintra -nog een paleis, een Moorse vesting en een buitenhuis met fraai park- hebben we niet bezocht, omdat dat (te) veel lopen met zich zou brengen. Wel hebben we nog een kijkje genomen in het museum voor moderne kunst (de een of twee Euro toegang alleszins waard) en hebben we een ritje gemaakt naar de Cabo da Roca, waar het meest westelijk gelegen dorpje op het vasteland van Euopa te vinden is. Mooi, maar niet bijzonder. Wel bijzonder was dat we tijdens de terugreis, over een smal weggetje door het bos, bij een picknickplaats kwamen waar op deze toch kille en sombere dag een aantal dames in luchtige zomer- en badkleding zich bevallig over de enorme rotsen drapeerden, kennelijk om gefotografeerd te worden voor de modefolders van volgend jaar.
Meer bijzonderheden tijdens deze eerste dagen? Nee, eigenlijk niet. Of het moet zijn dat we de eerste nacht, tijdens een forse regenbui, gewekt werden doordat in onze kamer de felle noodverlichting aansprong en, omdat we met geen mogelijkheid konden bedenken hoe we hem uit konden krijgen, een uur bleef branden. Oorzaak: een grote stroomstoring die ook Lissabon trof, maar die gelukkig zodanig op tijd was verholpen dat we bij het ontbijt weer verse broodjes en bacon en ei konden nuttigen.
Reacties
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}