Warm en zonnig
Warm en zonnig, zo hadden we ons Mallorca voorgesteld. En vanuit die gedachte hadden we onze koffers gepakt: korte broeken en dunne truitjes, overhemden met korte mouwen. En ja, wat stevigers om in te wandelen – we gingen immers de bergen in. En op het laatste moment toch ook maar onze donsjasjes en regenjacks.
Die late ingeving bleek een gelukkige greep. Toen we aankwamen in Palma was het warm, maar naarmate de zon zakte werd de wind steeds killer. En in ons appartement was het ronduit koud. Grappig, trouwens – we hadden een rustig plekje voor één nacht gezocht en dat was goed gelukt: we bleken in een soort bejaardenflat terecht te zijn gekomen. Een beetje buiten maar wel op loopafstand van het centrum. Voor ons dan, want voor onze rollatorgebonden medebewoners was het mooie deel van de stad waarschijnlijk net wat te ver weg.
Een middag en een ochtend hebben we er rondgelopen. Een enkel toeristisch hoogtepunt gezien, van een afstandje, en een bezoekje gebracht aan het museum voor contemporaine kunst. Zoals wel vaker bij dergelijke musea een mooi, interessant stukje architectuur met een inhoud die maar zeer ten dele kon bekoren.
In de middag onze huurauto opgehaald, en op weg gegaan naar de agroturismo waar we de eerste vier nachten zouden verblijven. Een boerderij, een kilometer of vijf buiten Pollença in het Noordoosten van het eiland. Ver van alle drukte – behalve hordes fietsers die met grote snelheid in groepjes over de smalle weggetjes scheurden, of juist eenzaam slingerend en met een slakkegangetje de hellinkjes probeerden te bedwingen. Een groot terrein met een mooie cactustuin (de trots van de oude dame die ons ontving en de volgende dagen met veel goede zorgen omringde, en die heel blij was dat wij -nou ja, een van ons- zo’n aardig woordje Spaans spraken) en een zwembad. Onze kamer een appartementje met twee heel lage deuropeningen (wat niet alleen ’s nachts voor heftige hoofdpijn zorgde) en twee bedden met wat afgeleefde matrassen, die overigens tijdens ons verblijf werden vervangen door beduidend betere. Als ontbijt telkens weer een andere versbereide lekkernij, en daarna nog een ruime keuze uit ander smakelijks.
Maaltijden werden er helaas niet bereid, dus daarvoor moeste we naar een van de vele restaurants in het stadje, vijf kilometer verderop. Daarvan bleken er een paar trouwens best goed en aangenaam, dus een straf was het niet echt. Alleen het terugrijden ….
De eerste hele dag dat we er zaten was het nog aangenaam weer, dus hebben we een leuke wandeling gemaakt door een dal richting zee. Niet te inspannend, wel heel mooi. Aansluitend nog een ritje naar de vuurtoren op de uiterste (oostelijke) punt van het eiland. Dat was iets wat meer mensen deden, dus het was hele stukken filerijden op de smalle, bochtige kustweg. Waarbij de vele fietsers niet eens altijd de traagsten waren.
De volgende dag koud en stevige regen. Tijd voor weer een museum. Gewijd aan de plaatselijke grootheid DionÃs Bennà sar, van wie we nog nooit gehoord hadden maar die best mooie schilderijen maakte. Alleen hingen die niet in het museum, maar in een kerk elders in de stad, als onderdeel van een tentoonstelling vanwege zijn vijftigste sterfjaar. Snel uitgekeken, dus, en veel tijd om te lezen.
De dag daarop was het wel weer zonnig, maar nog koud. Prima weer om wat andere plaatsjes in de buurt te bekijken: Alcudia, met de romeinse ruïnes van de stad Pollensia, en Sa Pobla, waar we heel snel weer weg waren omdat er echt niets te beleven viel (of misschien wel, maar dan dingen die we niet wilden).
En dat waren dan onze eerste vijf dagen op Mallorca. Nog tien te gaan.
Reacties
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}