Weer lekker
Vanavond (nou ja, inmiddels gisteravond) hebben we weer echt lekker gegeten. Een cataplana, bereid door een Portugees die een restaurant heeft in Sibiu, onze een-na-laatste verblijfplaats tijdens deze rondreis door Roemenie. Dat is wel fijn, want de avond daarvoo viel het -ook in Sibiu- wat tegen (hotelrestaurant, Roemeense specialiteit: varkensvlees in maggisaus) en de ervaringen in Boekarest (hotelrestaurant middelmatig Italiaans, Libanee restaurant beter, maar niet heel goed) waren ook al niet om over naar huis te schrijven. Bij wijze van spreken, dan.
Sibiu is sowieso wel een aardige stad, maar voor we daar meer over vertellen eerst nog even wat over Boekarest. Vanwege onze momenteel niet optimale mobiliteit bedachten we na aankomst en een eerste verkenning in de omgeving van het hotel dat het misschien handig was om voor de volgende dag een prive-gids te boeken, die ons -liefst deels per auto- in korte tijd de interessantse plekken zou kunnen laten zien. Niet per se de toeristische hoogtepunten, maar wat architectuur en plaatsen met een betekenis in de geschiedenis of juist het alledaagse leven van nu. Dat zou voorkomen dat we zelf op zoek zouden moeten, wat (te) vaak resulteert in lange wandelingen door net de verkeerde straten - of de goede, zonder dat je je dat realiseert.
Het beschikbare aanbod was op zo korte termijn niet heel groot, maar Alina van "When in Bucharest" bleek een goede keuze: sociologe, goed geinformeerd over dingen die wij interessant vinden, vloeiend Engels (die Erasmusprogramma's zijn toch wel een heel mooi resultaat van de Europese samenwerking). Helaas moesten we op de ochtend zelf besluiten om niet allebei mee te gaan -onvoldoende energie voor het nog forse wandeldeel- maar dat belet ons niet om toch in de eerste persoon meervoud verslag te doen.
Het eerste deel van de wandeling leidde van het hotel door een wijk die in een paar opzichten wel wat weg heeft van waar we zelf wonen: gebouwd in de decennia rond 1900, redelijk rustig, te weinig parkeerruimte. Maar de verschillen zijn in het oog springender: grotere huizen, vrijstaand in soms forse tuinen. Nu deels in gebruik als kantoor of ambassade, deels nog als woonhuis (vooral de bescheidener en vaak minder goed onderhouden). Een door de overheid opgelegde keuze uit twee bouwstijlen (ofwel een combinatie van Frans eclectisch met Roemeens nostaligisch ofwel Art deco) maakt dat het in zijn verscheidenheid een aangename eenheid vormt. En toch nog een overeenkomst: op diverse plaatsen in de wijk zijn bewoners begonnen om de publieke ruimte weer tot een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid te maken, in plaats van een opgave voor de overheid.
Van dit rustige gebied naar een veel levendiger deel van de stad aan de andere kant van een van de heel brede (en zeer drukke) boulevards die tot de redenen behoren waar Boekarest ook wel "Klein Parijs" genoemd wordt. Een bezoekje aan het in omvang redelijk bescheiden Atheneum, een ronde (concert)zaal met zo'n 600 zitplaatsen, waar een geschilderd fries de Roemeense geschiedenis laat zien, van de Romeinse overheersing via de interessante positie van Transsylvanie in het Ottomaanse rijk, de eenwording en de opname in de Habsburgse dubbelmonarchie naar het korte bestaan, tussen de twee wereldoorlogen, als zelfstandig koninkrijk.
Voor de nieuwere geschiedenis konden we in de straten in de omgeving terecht, in het bijzonder op het revolutieplein. Toevallig hadden we kort voor ons vertrek nog het televisiefragment gezien waarin Ceaucescu op 21 december 1989, vanaf het balkon van het gebouw van het centraal comite van de communistische partij, het verzamelde volk zal toespreken en in opperste verbazing raakt als ze niet voor hem applaudiseren maar beginnen te scanderen dat hij weg moet. Van de schade aan gebouwen als gevolg van de daarop volgende strijd tussen bevolking en leger enerzijds en de Securitate anderzijds, is niet veel meer te zien - belangrijkste herinnering is het, door skateboardende en graffiti spuitende jongeren aangetaste, monument. Grappig wel om over dat soort gebeurtenissen, die we zelf zeer bewust maar op afstand hebben meegemaakt, te praten met iemand die er als vierjarige middenin zat, maar wat ze er nu van weet helemaal uit de geschiedenisboeken, documentaires en de persoonlijke verhalen van haar familie heeft.
Van deze recente geschiedenis weer naar de wat oudere: het "oude" centrum, waar de meeste gebouwen overigens uit de 19e eeuw stammen. Kennelijk hechtten de Boekaresters niet zo aan hun gebouwde
historie, al zullen de frequente aardbevingen (die van 4 maart 1977 waren we trouwens alweer geheel vergeten) er ook een rol in hebben gespeeld. Eerlijk gezegd is dit centrum ook niet zo bijzonder,
maar je kunt er ongetwijeld een aangename dag doorbrengen als je van winkels, bierhuizen en terrassen houdt. Bijzonder waren nog wel even een heel klein zeer oud orthodox klooster en een uit de
Turkse tijd stammende karavanserail, een herberg met een grote binnenruimtedie ook als marktplaats werd gebruikt.
De middag hebben we verder doorgebracht met de lunch en nog een wandeling in de buurt van het hotel, waar we stuitten op de nationale kathedraal - opmerkelijk klein.
De volgende ochtend wilden we, voor we uit Boekarest vertrokken, nog een bezoek brengen aan het parlementsgebouw, het volgens alle berichten megalomane paleis dat Ceaucescu onder de noemer "Huis
van het volk" voor zichzelf liet bouwen, maar waarvan hij de voltooiing niet meer heeft meegemaakt. Wij vonden het op het eerste gezicht nog wel meevallen, ook al omdat de avenue die er naartoe
leidt heel breed is, met hoge blokken woningen ernaast en toch, dankzij wandelpaden en bomenrijen, een aangename indruk maakt. Maar die eerste indruk verandert toch wel als je je realiseert dat wat
je ziet niet slechts een facade is met een ondiep gebouw erachter, maar een zide van een bouwwerk op een vierkant grondvlak - en daardoor daadwerkelijk in volume een van de grootste gebouwen ter
wereld.
Tja, hoe de Roemenen daar nu tegenaan kijken, weten we niet echt. Volgena Alina is er toch wel enige trots, en ook wel wat heimwee, ook onder jongeren die het niet hebben meegemaakt, naar de
communistische tijd - toen het bouwen van de metro in Boekarest maar tien jaar kostte, terwijl er nu per jaar maar 10 km snelweg wordt gerealiseerd. Dat laatste was trouwens ook een van de klachten
van een oudere man die ons in Sibiu aansprak en zijn nood klaagde over het steeds duurdere leven. Ja, voor toeristen was het allemaal heel goedkoop en die kwamen daar ook graag, maar voor de gewone
Roemeen was het heel zwaar. Misschien konden wij hem helpen met 10 Lei?
Goed, Sibiu dus, of Hermannsstad zoals het heet in het hier veel gesproken Duits. Redelijk forse stad met een aangenaam oud centrum waar we zowel zaterdag als zondagochtend wat hebben rondgelopen
en -gekeken. En twee bezoekjes gebracht aan het museum in het voormalige paleis Brukenthal, dat diverse collecties omvat. Die van Europese kunst is groot en redelijk divers, met opmerkelijk veel
schilderijen uit de Nederlanden en het aangrenzende deel van Duitsland. Een paar echt bijzondere werken daartussen (een anoniem altaarstuk uit de 15e eeuw dat Christus aan het kruis laat zien,
omgeven door zijn 10.000 martelaren die zich met kennelijk genoegen aan bomen hebben gespiest, deed ons denken aan Monty Python's Life of Brian) en alles geplaatst in de leefvertrekken van het
paleis (inclusief muziekkamer met oude instrumenten en een uitgebreide bibliotheek), dus zeker de moeite waard. Dat geldt in iets mindere mate de collectie Roemeense schiderijen. Daar zitten ook
wel heel mooie tussen, maar het merendeel is niet echt anders danuit de rest van Europa. En een deel is gewoon erg middelmatig.
Middelmatg was ook ons hotel, enigszins aan de rand van de stad. Naast het stadion, zodat we goed konden horen dat er in de wedstrijd Sbiu - Timisoara op zaterdagmiddag een paar keer werd gescoord.
Voorzover dat geluid van buiten niet werd gesmoord in de dreun van het bruiloftsfeest dat twee verdiepingen onder onze kamer werd gevierd, maar dat gelukkig ruim voor middernacht eindigde.
De terugeis naar Timisoara, op zondagmiddag, was weer lang en warm maar verliep zonder bijzonderheden. En dat het laatste avondmaal dat we in Roemenie nuttigden nou net weer niet lekker was - ach,
het zij zo.
En kunnen we nog iets zeggen over land en volk? Nou ja, iets. Het land is op veel plaatsen landschappelijk mooi en veel van de steden en dorpjes die we gezien hebben ademden een prettig ouderwetse sfeer. De mensen met wie we te maken hadden waren merendeels prettig en spraken goed, of in elk geval voldoende, Engels of Duits (een enkeling ook Frans). Meest opmerkelijk is misschien wel de -voor zover wij konden zien- redelijk harmonieuze wijze waarop binnen dit land vele etnische inderheden samenleven (er is zelfs geen enkele categorie in de meerderheid). Over hoe dat komt en of het zo zal blijven, nu we leven in een tijdperkvan het construeren van (etnische) identiteiten en dus het afzetten tegen en uitsluiten van andere groeperingen, is een interessante vraag die ook in het gesprek met Alina regelmatig aan de orde kwam. Maar dat is dan ook weer lekker voer voor sociologen.
Reacties
Reacties
Ah, Timisoara! Volgens mij heb ik daar als 14-jarige nog een kerkdienst meegemaakt toen ik daar met minj ouders was. IJzeren gordijn of niet, wij gingen altijd op zondag naar de kerk! Vertel wel als jullie weer terug zijn. Maar als jullie er nog zijn: maak een foto van de Baptisten-kerk (was de enige die wij konden vinden die protestants was...)
varkensvlees in maggisaus, daar moet iets van te maken zijn!
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}