Bericht van een kleiner eiland
Afgelopen donderdag regende het, en stond er een harde wind. Niet echt fijn weer, dus, om met een vrij kleine veerboot over te steken naar Gozo, het in omvang middelste van de drie door zo’n 450.000 mensen bewoonde rotsen die -samen met een stuk of 20 nog kleinere en onbewoonde- de staat Malta vormen. Niet meer dan een half uurtje op zee, maar het schip rolde en stampte stevig en op het dek was het koud, nat en glad dus we vonden het niet erg dat het zo kort duurde. Nog een geluk, trouwens, dat we meekonden op de eerste ferry die vertrok na onze aankomst in de haven – voor de derde of vierde auto achter ons was geen plaats meer. Nou ja, ze varen om de drie kwartier, dus zo erg was dat ook weer niet.
Toen we weer aan land waren, werd het droog en begon het langzaam op te klaren. Niet dat dat er zoveel toe deed: we moesten eerst ons tweede verblijf zien te vinden: een klein “farmhouse” ergens in het oude deel van Rabat/Victoria, de hoofdstad van dit eiland. Een wirwar van kleine straatjes, grotendeels te smal om met de auto in te rijden, en een gps die wat van streek raakte – maar toch konden we een ruim half uur nadat we waren aangekomen, de deur van ons nieuwe onderkomen openen.
Redelijk klein, inderdaad, maar erg leuk verbouwd op basis van iets wat na een paar eeuwen bewoning een bouwval geworden was. Achter de dubbele toegangsdeuren een binnenplaatsje met veel (vet)planten en een deur naar de keuken, waarachter een eetkamer. Daarvandaan, en ook vanaf het plaatsje, toegang tot de woonkamer. Zowel binnen als buiten een trap naar de eerste verdieping waar er twee slaapkamers zijn, een badkamer en een romantisch balkon. Alles beknopt, maar toch stuk voor stuk ruim – en met hoge plafonds. Vanaf de eerste verdieping gaat de binnentrap (een ingenieuze wenteltrap) nog door naar het dakterras. Van daaraf een aardig uitzicht over de (binnen)stad en het omliggende land – met in de niet zo verre verte steeds de zee. Het geheel beheerd door George, een bijzonder vriendelijke man van achter in de twintig en zijn moeder, die zondagochtend aan een in het smalle steegje dat onze huizen scheidt geplaatste tafel hun familie ontvingen, waardoor de zondagsrust ruw verstoord werd.
Veel heeft het die donderdag niet meer geregend, maar warm werd het niet echt. Dat veranderde vrijdag al heel aardig -we konden een bij een restaurant in de buurt gehaalde maaltijd (spaghetti nero di sepia) op het dakterras nuttigen. Zaterdag en zondag was het zelfs erg zonnig en zo nu en dan erg warm, al stond er ook een koele wind. Fijn weer om in de schaduw van ons plaatsje te zitten en later op de middag een beetje door het stadje te slenteren. Zondag begonnen we daar zelfs al rond de middag mee, maar toen hadden we ook een doel: een soort feestmiddag in een park, ter promotie van de Europese Unie. Of dat laatste echt gelukt is, weten we niet, maar we hadden de indruk dat het voor een stuk of 100 meisjes in de leeftijd van 5 tot 20 en een aantal wat oudere dames een zeer geslaagde middag was, waarop ze hun (volks)danskunst aan elkaar en hun families plus een paar toeristen konden vertonen. En overigens – je kunt van de EU zeggen wat je wilt, maar als je een overzicht ziet van waar er allemaal geld aan besteed wordt, zit er heel veel tussen wat bijzonder nuttig is. Mooiste -en zeker niet duurste- zijn misschien toch wel de programma’s waarmee studenten (niet alleen universitair) een tijd in een ander land kunnen studeren. Gebeurde natuurlijk al eeuwen, maar was dan alleen weggelegd voor de zoons van de rijken.
Een project dat ook voor een groot deel met EU-geld is betaald, is de restauratie van de oude citadel, hier een paar honderd meter vandaan. Met recht een vluchtheuvel: een kleine stad met hoge en dikke muren eromheen, gebouwd in de middeleeuwen en bedoeld als schuilplaats voor de bewoners van het omliggende land voor het geval er weer eens zeerovers etc. langskwamen. Nu voor een deel gerestaureerd en voorzien van een bezoekerscentrum. Levert direct en indirect waarschijnlijk aardig wat inkomsten en werkgelegenheid op.
Toeristisch is het hier mede daardoor wel een beetje. Dat wil zeggen, vooral overdag want de meesten komen maar voor een dagje naar Gozo of verdwijnen ’s avonds weer naar hun hotels aan de kust. Maar het is gewoon sowieso een drukkere stad, met meer horeca (helaas hebben we nog geen echt goed restaurant gevonden), winkels, een concertzaaltje en een operagebouw. En een kathedraal, op een honderd meter van ons huisje, waarvan de enorme klokken met de hand geluid worden – op vrijdag- en zaterdagavond erg vaak en erg lang, waardoor het wat moeilijk was om tijdens het eten op het pleintje ervoor met elkaar te praten. Maar verder is het, zeker ’s avonds en ’s nachts, lekker stil hier.
De komende dagen gaan we nog wat verder kijken op dit eiland. Dan weer naar Malta, en eind van de week terug naar huis.
Reacties
Reacties
Max en Marian,leuk verhaal ik zie het voor me.
Nog een fijne tijd,Dini
Leuk te lezen allemaal! Dat huisje lijkt mij ook wel wat, zeg! Veel plezier verder! Jeannette
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}