Marian en Max zijn even weg

Ali Baba in 1001 nacht

Een man met een baard heet hier Ali Baba, en zo worden we dus regelmatig begroet (vrouwelijke metgezellen behoeven hier geen naam, al moeten ze wel net als hun mannen bij elk hotel de fiches invullen met allerlei nuttige gegevens als beroep, woonadres en plaats van vorige en volgende verblijf. Je ziet gewoon de horden ijverige politiemannen en -vrouwen voor je die dat allemaal -met één vinger- overtikken).

Hotel Kasbah Les Meteorites, zo'n 13 kiometer voorbij Alnif, is groot. En druk, zegt de SNP-gids, want het is een uitgelezen plaats voor een lunch op de lange weg tussen Rissani en N'Kob, de volgende grotere plaats. Een paar restaurants, waar je Marokkaanse specialiteiten kunt eten. Wel leuk dus dat we daar overnachten, omdat de accomodatie in N'Kob die eigenlijk in het programma zat, vol is.
De drukte valt mee. Sterker nog, het is uitgestorven. Na enig zoeken vinden we de barman, die vervolgens weer iemand de iets met de receptie van doen heeft en na veel geroep op de binnenplaats komt er uiteindelijk iemand die ons naar een kamer brengt. Het lijkt wel wat op de Portes du Dessert waar we de nacht daarvoor doorbrachten: fantasieloze nieuwbouw, maar wel een beetje in de stijl van een ommuurd dorp. En dit is groter, en wat meer aangekleed.

De reden waarom er niemand bij de receptie was, zo wordt ons verteld, is dat iedereen druk bezig is alles in orde te brengen voor de ontvangst van een paar honderd gasten: de deelnemers aan een fietsrally door de woestijn en de officials, verzorgers en TV-ploegen die hen vergezellen. Daarom is er rond de Kasbah ook een heel tentenkamp opgetrokken. Waarschijnlijk slapen daar de renners, want als we de volgende ochtend om negen uur -het is dan net een paar uur koel genoeg om te kunnen slapen- onder druk gezet worden om snel onze kamer te verlaten, blijkt dat te zijn ten behoeve van de televisieploeg, of de medische verzorging. Het hele complex is dan al een tijdje in rep en roer en er wordt veel in portofoons geroepen, want er moet kennelijk nog van alles gebeuren. Planning is alles, denken we - had ons even de avond tevoren verteld dat we geacht werden vroeg te vertrekken. Of had ueberhaupt de kamer niet verhuurd - veel zouden we er niet aan gemist hebben, en zeker niet het diner, dat geen enkele keus bood maar bestond uit soep, kip, frites en groenten. Dezelfde Marokkaanse specialiteiten die ook de komende dagen geserveerd zouden worden, zagen we, want naast het restaurant, in de gloeiende zon, stonden bakken met honderden kippen, uien, doperwten en aardappelen. En dat er in N'Kob nu echt niets anders te vinden was geweest dan dat hotel dat vol zat - toen we er twee uur na ons wreed ontwaken doorheen reden, leken er toch genoeg te zijn.

Maar, het is goed om dit soort dingen te ervaren, want dan waardeer je de andere weer meer. Niet dat dat een probleem zou zijn met de plek waar we nu zitten: Riad Lamane in Zagora. Een lusthof in de oase, anders kun je het niet omschrijven. Ook een soort Kasbah, maar dan ontworpen door Dali of Gaudi. Nooit geweten dat die Berberse voorouders hadden, maar er zijn opmerkelijke overeenkomsten. Ja, er zijn hier rechte hoeken, maar ze zijn in de minderheid. Ronde vormen en een zekere grilligheid, dat is kenmerkend. En de kamers zijn -allemaal verschillende- afzonderlijke huisjes in een grote tuin waarin de bougainville uitbundig bloeit en de vogeltjes elkaar veel te vertellen hebben. Een enigszins detonerend zwembad, en een restaurant in een soort berbertent. Prettig om te zitten, en ze hebben ook nog eens alles wat er op de kaart staat, maar dat komt waarschijnlijk doordat het voorgeabriceerd is, want de kwaliteit is niet geweldig.
Maar alles bij elkaar is dit een geweldige plek om te zitten: rustig, schoon, comfortabel, en in een 1001 nacht stijl waar je niet snel op uitgekeken raakt.

Zagora is een betrekkelijk grote plaats -de hoofdplaats van de provincie- en ligt aan de hoofdweg die 90 kilometer verder ophoudt waar de woestijn echt begint. Zo te zien zijn er verschillende Zagora's: nog wat landbouwgrond rond de rivier, met de palmentuin en de kleine akkertjes die we hier al meer gezien hebben, een wat oudere (maar niet heel oude) stad waar veel mensen wonen en een aantal moderne gebouwen rond een zeer brede avenue. Voor een deel duidelijk prestigeobjecten, waarmee begonnen is in een tijd dat het economisch beter ging, en nu voor een deel niet afgbouwd. Maar ook dat zie je hier vaker. En er is een grote markt - vooral heel veel groenten en fruit, waar we kunnen rondlopen zonder gids, en zonder teveel lastig gevallen te worden door mensen die ons graag wat willen verkopen of gewoon even 'Ali Baba' zeggen, en dat ze een vriend in Amsterdam hebben.

Een gids kunnen we weer niet weerstaan in Tamigroute, een stadje -of dorpje- zo'n 15 kilometer verder langs de hoofdweg, en eigenlijk al echt in de woestijn. Hakim staat klaar bij de parkeerplaats en loopt als vanzelfsprekend met ons mee naar de toeristsche trekpleister van deze plaats: de bibliotheek van de oude Koranschool. Daar laat hij ons over aan de zorgen van een van de bibliothecarissen, een oude man die ons streng (zo nu en dan hanteert hij zelfs een soort zweepje van riet om Marian bij de les te houden) langs een aantal uitgestalde boeken leidt: Korans, Koran-commentaren, poezie, astronomie, biologie, algebra etc. Allemaal in het Arabisch natuurlijk, dus veel meer dan constateren dat het mooie en soms mooi geïllustreerde boeken zijn, kunnen we niet. En met zijn kennis van de algebra en onze kennis van het Frans komen we ook niet veel verder dan wat we al kunnen zien, namelijk dat er een vermenigvuldigingstabel in het boek staat.
Bij het afscheid wil de man natuurlijk een bakshish. En hij trekt nog even aan mijn baard, en zegt dat dat een goede stap op weg is naar een goed moslim zijn. Nou, dat is dan weer iets anders dan een roverhoofdman.
Hakim staat natuurlijk op ons te wachten, en brengt ons naar het mausoleum van de stichter van de bibliotheek / school. Naar binnen mogen we, ondanks mijn baard, niet - maar dat wilden we ook niet echt. Vervolgens gaat het richting de oude Berberstad - die in veel lijkt op wat we eerder gezien hebben: huizen dicht op elkaar, over de straatjes heengebouwd etc. En Hakim legt uit: over waar het vee wordt gestald, waar de mensen wonen, koken en slapen, dat we aan de aardewerken pot op de gevel van een huis kunnen zien dat daar een huwbaar meisje woont, dat je getrouwde vrouwen herkent aan een zwarte sluier of ander zwart kledingstuk, etc. En wat we beslist even moeten zien is het huis van de coöperatie, waar iemand zit om ons te vertellen hoe je potten bakt en glazuurt. Twee schaaltjes rijker en 220 dirham armer vertrekken we weer. De techniek van de Engelsman die we gisteren spraken en die vertelde hoe hij afdong ('Je moet uitkomen op een derde van hun startprijs, dus jouw eerste bod begint veel lager. En wees niet bang dat je ze beledigt of dat de koop niet doorgaat - je had het om te beginnen al niet nodig.') - die techniek zullen we waarschijnlijk wel nooit beheersen. Nee, geef ons toch maar een markt waar je als consument prijzen kunt vergelijken en zo wat meer het idee kunt hebben dat er sprake is van een gelijkwaardige relatie. Dat zou trouwens ook de handel in algemene zin ten goede komen, want bij de Bedouinenwinkel waar Hakim ons vervolgens nog mee naar toe neemt, hebben we er echt geen zin meer in en lopen we weg terwijl de verkoper nog maar net begonnen is zijn waren te tonen. En dat terwijl hij eigenlijk best mooie sieraden had.
Goed, Hakim krijgt nog zijn fooi, en de man die op de auto heeft gepast natuurlijk ook, maar wij stappen een plaats binnen waar je niet hoeft te onderhandelen: een restaurant. Een lekkere couscous légumes voor een schappelijke prijs in een complex dat wel wat lijkt op onze Riad - maar wat maakt het een verschil of je water in relatieve overvloed hebt, of dat je probeert een tuin aan te leggen op een plaats waar het al vier jaar niet geregend heeft.

De rest van de dag nog wat rondgekeken in Zagora, rondgehangen in onze lusthof, gegeten in het restaurant van een hotel verderop en geconstateerd dat ons verblijf echt het mooiste en het prettigste is, lekker veel gelezen en laat naar bed. Niet te vroeg weer op, het matige -dat is echt een minpunt van deze Riad- ontbijt genuttigd en vertrokken richting ons startpunt: Dar Daïf bij Ouarzazate. Een mooie tocht die uiteindelijk over een hoge pas door ruig bergland voert, langs wat kloven die doen denken aan de Grand Canyon, maar dan van een overzichtelijker formaat. Gezocht naar een restaurant dat meneer / mevrouw SNP aanried, maar dat heel ergens anders bleek te liggen dan ze zeiden en dat ook nog eens gesloten was wegens verbouwing. Daarom maar geluncht in een restaurant dat zich aanprees als gespecialiseerd in vlees van geit en dromedaris, en dat van de bekende maaltijd (salade, tajine, dessert) toch net weer iets anders wist te maken.

En nu zitten we weer op hetzelfde terrasje van dezelfde kamer waar we na onze wat uitgelopen vliegreis terecht kwamen, en genieten we van de rust. Straks misschien even in het zwembad, daarna echt lekker eten en morgen nog een dagje Ouarzazate (hopen dat we het daar een dag uithouden - 200 km heen en 200 terug naar Marakech is toch echt te ver) en dan -Insh Allah- een late vlucht naar Casablaca, en de volgende ochtend een niet al te vroege naar huis.

Oui, c'était bon.

Reacties

Reacties

Mirjam

Moelijk kiezen hoor, roverhoofdman of goede moslim. alhoewel.. Geweldig weer de verhalen, heb op afstand heerlijk mee genoten!

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!