Marian en Max zijn even weg

On n’y danse sur le pont

Men gaat naar Avignon om er de brug te zien, of om erop te dansen. Althans, dat mag je afleiden uit het liedje. Voor ons gold dat echter niet, zeker niet dat dansen. Eigenlijk gingen we sowieso niet voor de brug, maar omdat we in de buurt een rondreisje geboekt hadden en wat langer wegwilden dan die negen dagen. En omdat we nog nooit in Avignon geweest waren maar het wel een leuke stad leek.

Een leuk appartement was snel gevonden: binnen de muren van de oude stad, aan een smal en rustig straatje, met een tuintje (of binnenplaatsje, wat je wilt) en op loopafstand van alles in de binnenstad. De werkelijkheid bleek zelfs nog wat beter dan de beschrijving: de inrichting was betrekkelijk nieuw en zag er goed uit, het was ruim, de bedden waren prettig en de ontvangst heel hartelijk. Parkeren kon niet echt in de buurt (of in een dure garage), maar op een minuut of 20 lopen afstand was er een groot gratis parkeerterrein (en de gratis shuttlebus maakte de loopafstand toch weer wat minder).

Omdat we de nacht ervoor wat minder goed geslapen hadden dan we hadden gewild en we de reis toch wat vermoeiend vonden (ja, mede door de file bij Lyon) besloten we de eerste avond maar niet in een restaurant te eten, maar iets te halen bij een nabijgelegen Marokkaans restaurant. En dat beviel zo goed dat we uiteindelijk maar één -al vanuit Nederland besproken- restaurant van binnen hebben gezien.

Op de dag dat we aankwamen was het zeer warm, maar de volgende ochtend begon het te waaien en dat bleek het begin van een paar dagen relatief koude mistral. Nou ja, relatief: op die dag werd het net geen 20 graden, en de dagen erna kwam het daar ruim boven.

Zo’n eerste dag besteed je over het algemeen aan je oriënteren: waar zijn de leuke dingen en waar de nuttige. Die twee bleken samen te komen in Les Halles, een modern marktgebouw waar vooral delicatessen uit de wijde omgeving werden verkocht. Waaronder kant-en-klare maaltijden, wat natuurlijk ook bijdroeg aan ons besluit geen restaurants te bezoeken. De aankoop van twee flessen wijn leverde ons de mogelijkheid op om een slinger te geven aan een rad van fortuin, en laten we daar nu de hoofdprijs gewonnen hebben: toch een dansje, zij het niet op de brug maar midden tussen de kramen, met de kip(penboer). En we kregen een korianderplantje, dat prima bleek aan te slaan in het kruidentuintje van ons appartement.

De middag van de eerste dag hebben we het Palais des Papes bezocht, het kasteel op het hoogste punt van Avignon dat gebouwd werd in de jaren dat de pausen niet in Rome zetelden, maar in Avignon. Een zeer sterke burcht, duidelijk opgetrokken in het besef dat vertrouwen op de voorzienigheid goed is, maar de bescherming van dikke muren beter. Van de inrichting en decoratie is helaas niets meer over - na de Franse revolutie werd het gebouw gebruikt als kazerne en “brachten de soldaten veranderingen aan”, zoals het in een van de toelichtingen stond (elders stond iets explicieter waaruit die veranderingen bestonden: het afhakken van de hoofden van beelden teneinde die te kunnen verkopen). Een indruk van hoe het leven er was gaf dit bezoek dus eigenlijk niet, of het moest zijn van de grote vertrekken, lange gangen en vele trappen die ons toch wat minder comfortabel leken voor bewoners van gevorderde leeftijd (één paus werd gekozen toen hij 72 was en leefde daarna nog 18 jaar, wat een streep door de rekening was van degenen die een tussenpaus wilden). Vanaf de paleistuin heb je trouwens wel een fraai gezicht op de stad en de omstreken, en op de befaamde brug – nou ja, de twee bogen die er nog zijn. We zagen er niemand op dansen, maar misschien was dat omdat het weer er niet naar was.

De volgende dag weer wat meer van de stad bekeken, en het museum Calvet. Dat laatste is niet erg groot maar wel de moeite waard, als je van schilderkunst zo van de middeleeuwen tot eind 19e eeuw houdt. In de avond ons geplande restaurantbezoek – omdat we wat te vieren hadden wilden we iets wat culinair een beetje van niveau was, en dat bleek bij Pollen bepaald niet tegen te vallen. Niet innovatief, wel helemaal goed en in een prettig moderne ambiance.

De volgende dag moesten we, ondanks de smakelijke wijnen van de dag daarvoor, vroeg ons bed uit om de trein te pakken naar Marseille. Dat wil zeggen, eerst een trein van Avignon Centre naar Avigon TGV en dan met de TGV naar Marseille. Het eerste stuk ging helemaal goed, al misten we bijna onze trein doordat we met de andere passagiers in de wachtkamer bleven wachten terwijl de trein zo’n honderd meter verder langs het perron stond. Op het TGV-station bleek vervolgens dat het treinverkeer heftig verstoord was door een kapotte trein. Anderhalf uur wachten leek ons niet fijn, dus we besloten onze kaartjes om te zetten in kaartjes voor de volgende dag. Alleen waren we toen allebei zo verkouden en daardoor koortsig dat we er toen ook geen gebruik van hebben gemaakt. Maar goed, twee rustige dagen waren geen straf, ook al omdat we ze vulden met weer twee museumbezoekjes, aan de Collection Lambert (moderne architectuur, contemporaine kunst) en Musee Angladon (mooi oud woonhuis en bijpassende schilderijen, plus een paar stukken uit het begin van de 20e eeuw).

Omdat we ons op zaterdag nog niet echt opgeknapt voelden, besloten we nog een dagje langer te blijven. Dat kon, en zelfs de dag erna hoefden we pas in de middag te vertrekken. Wat weer perfect uitkwam omdat ons volgende verblijf maar een uurtje rijden was. Maar daarover de volgende keer.

Reacties

Reacties

Micheline

Leuk jullie reisverslag te lezen.

Dini vv Hooijdonk

Leuk om te lezen. Ik was nooit in Avignon.

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!