Marian en Max zijn even weg

Amateurfilosofie In Broome

Vanuit het natuurpark zijn we in een heel andere omgeving terecht gekomen: de noordelijke havenstad Port Hedland. Hier wordt het ijzererts (dat met die kilometerslange treinen wordt aangevoerd) in enorme bulkcarriers verscheept - naar China en Korea, zagen we op een informatiebord bij het Tourist Office. Daar werden overigens ook interessante excursies aangeboden: naar de mijnen, naar de zoutwinning en naar de overslag. Maar helaas: geen tijd.

Dat dit een haven- en industriestad is, zie je direct op straat, in de winkels en ons hotel: heel veel heel stevige mannen en -wat minder- vrouwen in zware oranje of gele werkkleding en op veiligheidsschoenen. Daartussendoor ook wat -maar duidelijk in de minderheid- 'civiel' geklede mannen, vrouwen en kinderen. Een opmerkelijke tweedeling. Ook het hotel waarin we zitten bestaat zo te zien uit twee delen: het soort motelachtige kamer dat wij hebben, voor de toeristen, en kleinere, cabin-achtige onderkomens voor de werkers. En die twee groepen treffen elkaar dan in het restaurant, dat weer op zo'n typische wijze functioneerde: je wordt door een gastvrouw naar je tafel begeleid, maar vervolgens moet je zelf maar uitvinden dat je je om te bestellen naar een balie moet begeven - of eigenlijk twee: een voor het eten en een voor de drank. Het eten wordt dan nog wel naar je tafel gebracht - no worries, mate. De gegrilde vis was trouwens prima.
In het restaurant raakten we in gesprek met een Belg, die ons een inkijkje gaf in het soort leven dat hij leidde, en dat eigenlijk wel wat wegheeft van dat van die jongeren over wie we in ons vorige blog schreven. Hij werkte voor een Belgische baggermaatschappij die hier een nieuwe kade aanlegt voor de bulkcarriers. Hij was nu een week hier, na een klus van drie weken in Oman - en eerder dit jaar had hij in China en Taiwan gezeten, en in Nieuw-Caledonië. Een prachtbaan vond hij: als alles normaal verliep werkte je zes weken en was je vervolgens zes weken vrij. Zoveel vakantie had niemand, behalve een schoolmeester - een slecht gekozen voorbeeld, ontdekte hij al snel. Maar belangrijkste misschien wel: als je dit een tijdje deed, kon je eigenlijk niet meer terug naar een 'gewone' baan - altijd maar op dezelfde plek, veel minder loon.

Vanuit Port Hedland hebben we inmiddels ook het laatste stuk van dit deel van onze reis afgelegd: de zeshonderd km naar Broome. Beslist het saaiste stuk dat we tot nu toe gereden hebben: er zijn op dat hele eind drie roadhouses (het eerste, Pardoo, heeft veel faciliteiten en het tweede, Sandfire, nauwelijks), niet meer dan twintig zijwegen en je moet één keer, dertig km voor Broome, op een T-kruising zelf de juiste richting inslaan. En er zit bijzonder weinig verkeer op deze weg - we hebben niemand gezien die dezelfde kant uitging.
Wat we (de afgelopen dagen eigenlijk al) wel gezien hebben, zijn kleine cycloontjes: plotseling ontstaat er een soort draaikolk in de lucht waardoor stof tientallen meters omhoog wordt gezogen - en even plotseling verdwijnt dit weer weer. Overigens is dit wel het gebied waarin ook grote cyclonen voorkomen, die veel meer schade zouden kunnen aanrichten dan ze nu doen - als er meer was wat kapot kon.

Broome zelf is, vanuit het zuiden gezien, het begin van tropisch Australië. Ja, je komt al veel eerder (ergens bij het Nanutarra Roadhouse) over de Steenbokskeerkring, maar hier begint de echte tropische sfeer. Bijvoorbeeld in de indeling van de B&B waar we nu verblijven (Old Broome Guesthouse): vier kamers aan een brede overdekte veranda, met aan de andere kant van die veranda een (open) 'huiskamer'. Elke kamer heeft een (heel klein) tuintje, en een badkamer met één wand die naar buiten opengewerkt is. En er is een klein zwembad - lekker om in af te koelen, niet groot genoeg om meer dan twee slagen te maken.
Ons was verteld -en dat was geen aanbeveling- dat het in Broome erg warm zou zijn, en dan ook een tropische, dus erg vochtige, warmte. Dat valt tot nu toe bijzonder mee: er staat een verfrissende wind en het is gewoon erg aangenaam (graad of 22 om negen uur 's avonds, tot 35 overdag). Heerlijk om op een terrasje te dineren (het eten is hier, in het Black Pearl Restaurant, weer wat verfijnder) en om nog wat op de veranda / in de huiskamer te zitten.

Valt er in en rond Broome nog wat te beleven? Nou en of. Er is een krokodillenkwekerij, je kunt diverse safari's naar de wilde Kimberley maken, je kunt een excursie maken naar de parelkwekerij en al dat soort dingen. Of je gaat, zoals wij deden, naar het plaatselijke museum waar in een kleine expositie veel wordt verteld: over de parelvisserij (ging oorspronkelijk vooral om her parelmoer waarvan knopen en gespen werden gemaakt, en pas later om de parels - die nu dus worden gekweekt), over de uitbuiting van de Aboriginals, over de telegraafkabel die hier aan land werd gebracht en over de Japanse luchtaanvallen, die vooral Nederlandse / Nederlands-Indische slachtoffers hebben gemaakt - tijdens die aanvallen werd een aantal vliegboten getroffen waarmee net een paar honderd vluchtelingen vanaf Sumatra waren aangekomen. Daarna hebben we nog de winkeltjes in Chinatown bezocht (maar niets gekocht), een kijkje genomen in de openluchtbioscoop (en uiteindelijk besloten niet naar de film te gaan) en ons afgevraagd of het toeval is dat tegenover de plaatselijke gevangenis (om de een of andere reden vinden we die altijd) een alcohol-afkickcentrum ligt. En verder hebben we deze dag gebruikt om wat uit te rusten - met een boek en nog even ter verkoeling in het zwembad.

Straks vliegen we terug naar Perth, en dus is het tijd om de balans op te maken. Was wat we gezien hebben de moeite van deze reis waard? En wat nemen we er van mee - behalve rood stof dat we nog maar uit onze kleren moeten zien te krijgen?

Als je zuiver kijkt naar wat we onderweg gezien hebben, is deze reis wel erg lang geweest. De verhouding tussen het mooie / leuke / bijzondere van de plaatsen die we bezocht hebben, weegt niet echt op tegen al die uren in de auto in een landschap dat zo saai is. Maar tegelijkertijd is dat dan ook weer wat de hele reis de moeite waard maakt: er is geen andere manier om te ervaren hoe groot de afstanden zijn, en hoe woest en levensbedreigend -althans voor de (onervaren) mens- de natuur hier is.

En dat is misschien ook wel iets belangrijks om hiervandaan mee te nemen: het besef dat wij mensen vooral kunnen (over)leven omdat we de omstandigheden naar onze hand kunnen zetten - en misschien nog wel een stap verder, namelijk dat leven -het klinkt paradoxaal- onnatuurlijk is.
Vandaag stond in de plaatselijke (West-Australische) krant een brief van een lezer die het zijne toevoegde aan een debat wat daar al een tijdje loopt, tussen creationisten en evolutionisten. Hij voerde als bewijs tegen de gedachte dat de aarde en alles daarop geschapen is, de tweede hoofdwet van de Thermodynamica aan - die, in de gepopulariseerde vorm waarnaar meestal verwezen wordt, zo ongeveer zegt dat als je de natuur zijn gang laat gaan alles vervalt tot één enkele chaos. Als je daar goed over nadenkt, levert hij dus niet zo'n sterk argument tegen de idee dat een aarde die juist geen chaos is, wel geschapen moet zijn - maar daar gaat het nu niet om. Veel belangrijker is dat je tijdens een reis als deze een veel beter begrip krijgt van wat dat betekent.
In de eerste plaats: je ziet het verval -in zekere zin de chaos, of het verdwijnen van ordening- die het gevolg is van tienduizenden jaren erosie. Bergen worden een vlakte, en vlakten tot stof dat voortgeblazen wordt in de wind. Dat is een sterk beeld van hoe het natuurkundig principe werkt, dat besloten ligt in die tweede hoofdwet. Maar je ziet ook hoe het leven zich daaraan onttrekt. Hoe, op allerlei schalen, er processen werken die juist tot ordening leiden. Er zijn planten die uit vrijwel niets -de mineralen in dat stof, het kleinste beetje water en vooral veel zonlicht- orde scheppen: zichzelf. In al hun simpelheid een ingewikkeld systeem, vergeleken met de chaos. En die planten staan daarmee aan het begin van een keten die tot een veel uitgebreider orde leiden: een enorme diversiteit aan andere planten en dieren die afhankelijk zijn van elkaar (veelal letterlijk, in de zin dat ze elkaar, of elkaars overblijfselen / uitwerpselen moeten eten om te kunnen leven).
En je ziet hoe de mens zich daaraan onttrekt - door eigenlijk precies hetzelfde te doen als die planten en andere dieren. Mineralen en water uit de grond en uit andere levende of gestorven organismen halen - om zich te voeden, en om gereedschap te maken waarmee hij oases kan creëren waarbinnen hij kan leven (de plaatsjes die we bezocht hebben, de roadhouses, de afgelegen 'stations' -boerderijen- maar eigenlijk ook de auto waarin je je kunt verplaatsen zonder meer last te hebben van dat land dan dat je er moe van wordt).
Waar het hier allemaal om draait, is energie. Die tweede hoofdwet van de thermodynamica geldt voor gesloten systemen, waaraan geen energie wordt toegevoegd. De aarde is, in elk geval zolang de zon het blijft doen, niet zo'n systeem - de zon levert uiteindelijk (of heeft dat in het verleden gedaan, door de planten te laten groeien de later olie of kolen zijn geworden) al de energie die nodig is voor de ordening die leven uiteindelijk is.

Nee, dit amateurgefilosofeer over natuurkunde en biologie levert natuurlijk geen enkele zinnige bijdrage in dat debat over schepping tegenover evolutie. Maar een reis als deze is wel een ervaring die je aan het denlen zet over de wereld en het leven. En over het samenleven, maar dat is iets voor een andere blog.

Reacties

Reacties

Marijke

Wat heerlijk jullie verhalen te lezen.Ik ben er nog nooit geweest maar jullie avonturen komen wel wat overeen met die van ons in Afrika.De laatste keer wilden we de rondrit afsluiten op een luxe boerderij, helaas lagen we op zolder zonder airco [42 gr]wel een mooi strooien dak.Samen met 500 vliegen die af kwamen op de koeien onder ons.Dan leer je opeens dat in Afrika een boerderij ook echt een boerderij is en geen wellnes.Groetjes en nog veel plezier.

Marijke

Pa

Mooie verhalen. Kan me voorstellen, dat je in zo een omgeving inderdaad het gevoel krijgt van de nietigheid van de mens. Zouden eigenlijk meer mensen eens moeten ondergaan. Goed, wij ons maar druk maken over de kandidatenlijst voor de komende verkiezingen.
Geniet nog maar even.
Operatie denk ik half november.

groetjes.
Pa

Mirjam

Jammer, de reis loopt op z'n end en dus ook jullie verhalen. Hopelijk dat bij volgende (ook kleinere) reizen jullie weer die heerlijke ervaringen en beschouwingen blijven schrijven. Een groot plezier om te lezen. Tot gauw! Je (schoon)zusje

Jan Willem

Razend interessant natuurlijk, maar waar ik reikhalzend naar uitkeek was het antwoord op de vraag of Darwin's Stubbie een beetje te drinken is. Dat zal gissen blijven, blijkbaar. Ik begrijp tenminste dat de reis in west/noord Australië as good as klaar is. Too bad. And to bed as well.
Groet

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!